Selecteer taal

Dutch

Down Icon

Selecteer land

Portugal

Down Icon

Genderidentiteit, realiteit en wat de data ons vertellen

Genderidentiteit, realiteit en wat de data ons vertellen

Het onderwerp genderidentiteit is terecht centraal komen te staan in het publieke debat. Maar verliezen we in ons enthousiasme voor het insluiten en beschermen van minderheden niet een aantal fundamentele bewijzen over de menselijke realiteit uit het oog?

In deze tekst deel ik een korte reflectie op de moeilijke balans tussen empathie en data, tussen uitzondering en regel.

Het is bekend dat wij in een tijd leven waarin genderidentiteit een van de meest besproken en ook meest gevoelige onderwerpen in de publieke sfeer is geworden.

Vooral in het Westen is de zichtbaarheid van transgenders aanzienlijk toegenomen. Dit heeft belangrijke successen opgeleverd op het gebied van erkenning en bescherming van rechten. Maar het heeft ook een ander fenomeen met zich meegebracht: conceptuele verwarring, extreme standpunten en soms een neiging om objectieve gegevens over de menselijke werkelijkheid te negeren of te relativeren.

En wat is deze realiteit dan?

Beschikbare studies suggereren dat slechts 0,5% tot 1% van de bevolking zich identificeert als transgender, afhankelijk van de context en de gebruikte methodologie. Klinische gevallen van genderdysforie – dat wil zeggen situaties waarin er sprake is van psychische stress die gepaard gaat met deze incongruentie en medische interventie noodzakelijk is – zijn nog zeldzamer: ze variëren van 0,005% tot 0,014% van de bevolking, volgens internationale gegevens.

Dit betekent dat 99,5% tot 99,9% van de mensen zich identificeert met het biologische geslacht waarmee ze geboren zijn.

Dit is een simpele statistische realiteit, maar het voelt soms "ongemakkelijk" om te erkennen. Waarom?

Misschien omdat we in een tijd leven waarin elke verwijzing naar 'normen' of 'meerderheden' als uitsluiting kan worden geïnterpreteerd. Maar is dat wel zo? Verwarren we erkenning van de realiteit niet met discriminatie?

De regel erkennen betekent niet de uitzondering verwerpen. Integendeel. We kunnen minderheden pas echt begrijpen en beschermen als we weten hoe we ze binnen het geheel moeten plaatsen. Anders lopen we het risico te vervallen in een nieuwe vorm van vertekening: de wens om alle taal, biologie en zelfs sociale organisatie te herformuleren op basis van een statistisch marginaal getal.

Het is mogelijk en wenselijk, zou ik zeggen, om iets anders te doen, namelijk een helder evenwicht bewaren tussen respect voor de ervaring van elk individu en het bewaren van helderheid over de menselijke natuur.

Biologie is belangrijk. En de wetenschap blijft bevestigen dat de menselijke soort seksueel dimorf is, dat wil zeggen, gestructureerd in twee verschillende biologische geslachten, zij het met variaties en uitzonderingen. Dit belet niet dat iemand zijn of haar genderidentiteit anders beleeft en daarom waardigheid, respect en bescherming verdient. Maar dit respect hoeft niet te betekenen dat men ontkent wat waarneembaar, meetbaar en gemeenschappelijk is voor de overgrote meerderheid van de bevolking.

Er is ruimte, en behoefte, zeg ik, aan alles. Zowel aan empathie als aan nauwkeurigheid, aan inclusie en aan waarheid, aan rechten en aan data.

De uitdaging ligt dus in het vinden van een lastige maar essentiële balans: het beschermen van minderheden zonder te proberen de menselijke natuur te herschrijven, en ook niet in de verleiding komen om de uitzondering tot regel te maken of een nieuwe ideologische orthodoxie op te leggen die feiten vervangt door percepties.

En dat vereist moed, intelligentie en vooral toewijding aan iets dat we in het maatschappelijke debat zo missen: gewoon gezond verstand.

observador

observador

Vergelijkbaar nieuws

Alle nieuws
Animated ArrowAnimated ArrowAnimated Arrow