Afgewezen: de wet die het gezicht van immigratie zou kunnen veranderen

Immigratie keerde terug in het middelpunt van het politieke debat in Portugal, maar ditmaal met een ongekende constitutionele impact. In juli 2025 keurde het parlement een nieuwe vreemdelingenwet goed die de toelatings- en verblijfscriteria voor immigranten in het land aanscherpte. Het voorstel was gericht op het wijzigen van de regels voor visa en gezinshereniging en het geven van voorrang aan geschoolde werknemers.
De wetgeving slaagde er echter niet in om vooruitgang te boeken. President Marcelo Rebelo de Sousa nam zijn toevlucht tot preventieve toetsing van de wet en legde, na het oordeel van het Constitutionele Hof, zijn veto op. Te midden van beschuldigingen van het bevoordelen van extreemrechts en de roep om strengere immigratieregels, is een overweging op zijn plaats: was deze wet een noodzakelijke reactie op een overbelast systeem, of betekende ze juist een tegenslag voor de mensenrechten en grondwettelijke rechten?
De regering van Luís Montenegro presenteerde de nieuwe wet als een noodzakelijke reactie op wat zij beschouwt als een "ongeorganiseerd en onhoudbaar" migratiebeleid. Zij pleitte voor de noodzaak om de diensten van AIMA, die nog steeds duizenden onbeantwoorde verzoeken ontvangen, te ontlasten; de dringende noodzaak om het aantal visumvrije burgers, van wie velen in informele banen terechtkomen, te verminderen; en om prioriteit te geven aan hooggekwalificeerde professionals in een poging het migratiebeleid af te stemmen op de economische behoeften van het land.
De nieuwe wetgeving bepaalde onder andere dat buitenlandse burgers twee jaar legaal in het land moeten verblijven voordat ze een aanvraag voor gezinshereniging kunnen indienen. Bovendien zou de maximale reactietermijn voor AIMA worden verlengd tot 18 maanden, met de mogelijkheid tot verlenging. De speciale regeling voor CPLP-burgers, die tot nu toe regularisatie mogelijk maakte via een 'expression of interest', zou eveneens worden afgeschaft, waardoor het verkrijgen van een visum in het land van herkomst verplicht zou worden.
Voorstanders van de wet, zoals André Ventura, leider van Chega, vinden: "Portugal kan niet langer een toevluchtsoord voor ongecontroleerde immigratie blijven." De premier stelde op zijn beurt dat het een teken van rechtvaardigheid en evenwicht was: "We kunnen niet blijven beloven wat we niet waar kunnen maken. Deze wet herstelt de geloofwaardigheid van ons systeem."
De president van de Republiek besloot het diploma echter niet af te kondigen, omdat het bepalingen bevatte die in strijd zouden kunnen zijn met de fundamentele rechten die beschermd worden door de Grondwet van de Portugese Republiek.
Tot de meest gevoelige punten behoorden de bedreiging van het recht op gezinshereniging, dat niet alleen door de Grondwet maar ook door internationale verdragen wordt beschermd. Ook de buitensporige discretionaire bevoegdheid die aan de AIMA wordt toegekend en de oprichting van een potentieel discriminatoir systeem voor burgers van de CPLP vielen op.
Het Constitutionele Hof bevestigde deze zorgen later. In zijn uitspraak van 8 augustus 2025 verklaarde het verschillende artikelen van de wet ongrondwettelijk, met name het artikel dat gezinshereniging afhankelijk stelde van een legaal verblijf van twee jaar.
Het presidentiële veto, ondersteund door deze beslissing, markeerde een keerpunt. De balans tussen de noodzaak om het systeem te hervormen en de plicht om mensenrechten te respecteren, kan niet worden genegeerd of gesimplificeerd in naam van een op veiligheid gerichte logica.
Ondanks het veto is het belangrijk te erkennen dat de voorgestelde wet reële problemen aanpakt. Het huidige systeem staat op het punt van verzadiging, met jarenlange vertragingen bij de legalisering, gevallen van arbeidsuitbuiting en een wijdverbreid gevoel van gebrek aan controle.
De nieuwe vreemdelingenwet werd geblokkeerd om juridische en ethische redenen. Het veto van Marcelo Rebelo de Sousa, gelegitimeerd door het Constitutionele Hof, verhinderde de invoering van een wet die, hoewel begrijpelijk in sommige van haar doelstellingen, tekortschoot in haar essentiële aspect: de eerbiediging van de grondrechten.
Het land kan niet alleen in tijden van crisis of onder politieke druk over immigratie blijven debatteren. We hebben een krachtig maar rechtvaardig immigratiebeleid nodig dat strengheid combineert met menselijkheid, en legaliteit met waardigheid. Hervorming mag geen voorwendsel zijn om deuren te sluiten; regulering mag niet synoniem worden met het scheiden van gezinnen. Wetgeving over immigratie is wetgeving over levens, en dit vereist bovenal verantwoordelijkheid, visie en respect voor de waarden die een volwassen democratie definiëren.
observador