De legende van de ridder die onthoofd werd vanwege promiscuïteit

Op de mistige vlakte van de moderniteit verschijnt het spookachtige silhouet van een dolende ridder. Hij heeft geen hoofd, maar hij rijdt onstuimig, blind, doof voor de rede, en wordt geleid door instincten die voortkomen uit de buik, niet uit de geest. Hij berijdt een zwart, hinnikend paard, en zijn galop weerkaatst de hartslag van een angstig hart, verslaafd aan de zoektocht naar iets onbekends.
Dit is de Headless Horseman, het ultieme symbool van de hedendaagse ziel, die door apps, bars, feesten en digitale hoeken rijdt, waar lichamen zich aanbieden als handelswaar en identiteiten die verdwijnen wanneer je op een scherm drukt.
Zijn hoofd is afgehakt door de moderne cultus van onmiddellijk genot. Waar ooit logos, geweten, voorzichtigheid en het verlangen naar amoureuze transcendentie huisden, is nu alleen nog leegte. De ogen die ooit het gezicht van de ander zochten, zijn nu vervangen door algoritmes die naar links of rechts schuiven. Liefde, dat wilde paard ooit getemd door geduld en waarheid, is nu gereduceerd tot anatomie, tot 'type', tot pose.
De eerste ontmoeting, ooit een ritueel dat de mogelijkheid van een verbondenheid tussen twee lotsbestemmingen aankondigde, is nu een vluchtige performance geworden waarin twee maskers elkaar aanraken en bedriegen in naam van geveinsde authenticiteit. Intimiteit vindt plaats vóór kennis; in een huis dat begint met het dak, waar het lichaam zich overgeeft zonder dat de ziel er ooit in wil wonen.
In deze promiscue decadentie worden niet alleen heteroseksuele ontmoetingen misvormd, maar ook homo-erotische ontmoetingen, die op grote schaal worden gepromoot onder de noemer ‘bevrijding’, vallen vaak in terreinen die nog kwetsbaarder zijn voor de logica van consumptie.
De traditie erkende, zelfs binnen haar grenzen, eros als een ordenende kracht, als een ladder naar het transcendente. De moderniteit reduceerde eros tot impuls, een biologische drijfveer, en in een schisma van het moment verloor de ridder zijn hoofd omdat hij de regel van de rede en de schoonheid van het wachten verwierp.
Eind juli ontwaakte Lissabon met een van de meest schokkende misdaden uit haar recente geschiedenis: een onthoofd lichaam, achtergelaten in hartje Lissabon, als een postmoderne versie van een Griekse tragedie. Dagen later werd het hoofd afgeleverd in een ziekenhuis, bijna als een offergebaar, of als een plotseling besef van het absurde.
Het was geen woedeaanval, noch mentale vervreemding, hebben experts tot nu toe benadrukt. Het was een rauwe, vrije en juist daarom afschuwelijke keuze. Het is op dit punt dat de filosoof Kierkegaard ons achtervolgt: "Pijn is de mogelijkheid tot vrijheid." De moordenaar koos voor vernietiging. En toen, in een groteske omkering van berouw, zocht hij een ziekenhuisbehandeling en gaf zijn hoofd af als bewijs en als relikwie van de leegte.
En dan komt het meest verontrustende aspect van dit verhaal naar voren: dat van de normaliteit. De beschuldigde, zeggen de autoriteiten, had geen voorgeschiedenis van ernstige stoornissen. Hij gaf zich kalm en coöperatief over. Het kwaad kwam niet voort uit een waandenkbeeld, maar uit een individu dat in staat was tot berekeningen, onthoofding en nog steeds sociaal functioneren na de misdaad.
Rossio, waar ooit ketters werden verbrand en misdaden met inquisitoire pracht en praal werden berecht, is nu het toneel van een misdaad zonder ideologie, zonder geloof en zonder verklaring. Een misdaad zonder hoofd.
Net als de Ruiter Zonder Hoofd die ronddwaalt op zoek naar iets verloren, symboliseert deze macabere daad de moderne mens die zijn verstand al kwijt is – zijn rede, zijn mededogen, zijn gevoel voor anderen. Onthoofding is de letterlijke scheiding van gedachte en menselijke verbinding: een leven zonder reflectie, een aantrekkingskracht zonder empathie.
observador