Portugal vermindert energieafhankelijkheid van het buitenland

Toen Portugal in 2021 stopte met de op kolen gestookte elektriciteitsproductie in Sines en Pego, gingen er stemmen op over een mogelijke grotere afhankelijkheid van het Spaanse elektriciteitsnet.
Nu blijkt uit de meest recente gegevens van het Directoraat-Generaal voor Energie en Geologie (DGEG) dat het land in 2024 een nieuwe prestatie heeft geleverd: de index van energieafhankelijkheid van buitenlandse bronnen daalde naar 64,1%, een nieuw historisch dieptepunt.
In 2023 was de energieafhankelijkheid van Portugal al gedaald tot 66,7%, slechts iets meer dan de 65,8% van 2020, het jaar van de pandemie. Die zorgde ervoor dat het verbruik van benzine en diesel aanzienlijk daalde en de import van ruwe olie en geraffineerde producten stilviel.
Uit de gegevens blijkt dat de energieafhankelijkheid van Portugal opvallend afneemt. Dit valt samen met een grotere nadruk op elektrificatie op basis van hernieuwbare energie, voornamelijk gebaseerd op waterkracht, windenergie en, meer recent, zonne-energie.
De in 2024 geregistreerde waarde overtreft zelfs, zes jaar eerder, de doelstelling van het Nationale Energie- en Klimaatplan 2030 (PNEC 2030), vastgesteld door de regering, die erop gericht was de energieafhankelijkheid terug te dringen tot 65% in 2030. De vermindering van de invoer van aardgas in 2024 en de toename van het aandeel hernieuwbare energiebronnen in elektriciteit hebben in belangrijke mate bijgedragen aan de vermindering van de energieafhankelijkheid.
Ondanks alles blijft het land blootgesteld aan een aantal leveranciers, namelijk Brazilië, Nigeria, Algerije, de Verenigde Staten, Spanje, maar ook Azerbeidzjan, Saoedi-Arabië en Noorwegen. Portugal is nog steeds afhankelijk van deze leveranciers voor zijn energie, voornamelijk vanwege de levering van ruwe olie.
Aan de andere kant is dit historische cijfer ook alleen mogelijk vanwege een stagnatie van het energieverbruik, in tegenstelling tot de prognoses voor de ontwikkeling volgens de PNEC 2030. Dit scenario weerspiegelt een ineffectiviteit bij het aantrekken van industriële projecten met een grote behoefte aan schoon energieverbruik en interesse om zich in Portugal te vestigen.
In de afgelopen decennia heeft Portugal een sterkere de-industrialisering van de economie doorgemaakt dan sommige Europese landen. Hierdoor is het land minder concurrerend en kan het geen voldoende aanbod van geschoolde arbeidskrachten garanderen, wat kan bijdragen aan een aantrekkelijker gemiddeld salaris.
In combinatie met de dringende noodzaak tot koolstofarm maken om de gevolgen van klimaatverandering te verzachten, kan de energietransitie een belangrijke kans voor het land vormen. Portugals unieke geografische voordelen, waaronder een ruime capaciteit voor kosteneffectieve productie van hernieuwbare energie tegen aantrekkelijke energieprijzen, plaatsen de regio in een bevoorrechte positie om te profiteren van de groene groei van industrieën die schone, betaalbare energie nodig hebben.
observador